In het moederhuis van Mol streven wij naar kwaliteitsvolle en innovatieve verloskunde, zonder het natuurlijke van zwangerschap en bevalling uit het oog te verliezen.
In 1989 werd de vernieuwing van het ziekenhuis in Mol ingezet met een nieuw moederhuis, met als focus een moderne, maar ook warme en vrouwvriendelijke omgeving. Sfeervolle verloskamers, achtergrondmuziek, gedempt licht, een relaxatiebad, verticale bevalling op de baarkruk, waren op dat moment toonaangevend. In 2002 werd in Mol de eerste baby onder water geboren en startten we met de badbevalling. In 2016 werd in Mol 75 % van alle baby’s geboren na een natuurlijke vaginale bevalling en hiermee bevinden we ons in de top tien van de Vlaamse ziekenhuizen. We blijven streven naar een laag aantal inducties en kunstverlossingen.
Terzelfdertijd waren wij als klein ziekenhuis in 2002 bij de eerste starters in Vlaanderen met de STAN monitoring, een nieuwe methode om het foetale welzijn te bewaken tijdens de bevalling. Een doorgedreven opleiding van alle gynaecologen en vroedvrouwen zorgden voor een snelle implementatie van deze nieuwe techniek.
In 2009 werd na 20 jaar het moederhuis te klein en konden we een volledig vernieuwde afdeling op de vierde verdieping in de (toenmalige) nieuwbouw in gebruik nemen.
Lang voor de richtlijnen rond bevalling met kortverblijf, werd al in 2003 in onze dienst gestart met transmurale zorgen na de bevalling in samenwerking met zelfstandige vroedvrouwen. In dezelfde periode werd ook prenatale raadpleging bij de vroedvrouw in het ziekenhuis deel van de normale zwangerschapsopvolging. In 2008 startten wij een pilootproject samen met Domus Medica rond het multidisciplinair opvolgen van de normale zwangerschap met een ‘zwangerschapszorgpad’ waarin gynaecoloog, huisarts en vroedvrouw elk zijn specifieke en complementaire taak heeft.
Bij hoog risico zwangerschappen kunnen wij rekenen op een hechte samenwerking met de ‘Maternal Intensive Care’, MIC-unit van het ZOL in Genk. Er is een laagdrempelig overleg en doorverwijzing voor opname indien intensieve zorgen nodig zijn voor de zwangere of haar baby; indien de kritieke periode voorbij is, worden patiënten snel terug verwezen naar onze dienst. Zwangere vrouwen met een voorgeschiedenis of risico op preëclampsie, kunnen deelnemen aan het LimPron (Limburgs preëclampsie onderzoek), waarbij de patiënte thuis wordt gemonitord en via telemonitoring haar parameters continu bewaakt worden door vroedvrouw en gynaecoloog.
Sinds enkele jaren is de ‘gentle sectio’ in ons ziekenhuis vanzelfsprekend. Mama en papa kunnen zo de geboorte samen zien en beleven en hun baby blijft tijdens de keizersnede, indien geen complicaties, continu bij de ouders. Na de keizersnede gaan mama en haar baby onmiddellijk samen, ‘skin to skin’, naar de kamer voor initiatie van de borstvoeding, zonder in de verkoeverkamer te verblijven.
In 2017 namen wij twee ‘Koala’ kamers in gebruik, waarbij de baby die speciale neonatale zorgen nodig heeft, die eerder enkel in de n* afdeling (couveuse) mogelijk waren, nu samen met de mama op één kamer kan verblijven, terwijl toch toezicht en opvolging van het neonatologie team gegarandeerd blijft.
De verwevenheid tussen het streven naar het ondersteunen en faciliteren van de natuurlijke, intuïtieve en persoonlijke gebeurtenis die zwangerschap en bevalling zijn en anderzijds het aanbieden van hoogtechnologische bewaking, opvolging, en behandeling waar het nodig is, zijn onze sterkte. Dit wordt dagelijks mogelijk gemaakt door een hecht team van vroedvrouwen, neonatale verpleegsters, gynaecologen en kinderartsen.
Ondanks de trend van een dalend aantal bevallingen in Vlaanderen sinds 2010, zijn wij dan ook fier dat het aantal bevallingen in Mol in deze periode nog steeds stijgende was.